contact zoeken wedstrijden

De Keatssite Column (19), Afscheid

Iedere week in het kaatsseizoen de 'Keatssite-Column' op www.knkb.nl. Deze week de bijdrage van Martsje de Jong.

Afscheid Tsja, daar is ie dan toch nog: de keatssitecolumn. In eerste instantie dacht ik dat het seizoen klaar was en er niks meer verwacht werd van mijn kant. Na het telefoontje met de vraag waar mijn column bleef, wist ik wel beter. Toen kwamen er twee dagen waarin ik mij afvroeg, waarom de column niet geplaatst was: zou er iets niet in de haak zijn met de tekst? Maar nee: een foutje in het e-mailadres en ziedaar: de column was nooit gearriveerd op de plaats van bestemming. Maar goed, beter laat dan nooit, hier is dus alsnog de laatste keatssite column van het seizoen 2009. Het seizoen zit er echt op, de Oldehove is verkaatst, de klassementsprijzen zijn uitgereikt, de kaatsschoenen afgeboend en opgeborgen en de kaatswant voorlopig veilig opgeborgen in één of andere kast. In afwachting van een nieuw seizoen, waarin met verse moed wordt begonnen aan een (te) lange reeks van wedstrijden. Maar zoals het hoort hier, kijk ik toch nog één keer achterom. Daarom graag terug naar de Oldehove. Naar het afscheid van Wilco Rinia, Jochum Bouma, Jan Willem van Beem en Douwe Groenendijk. Stuk voor stuk kaatsers met een lange staat van dienst, al is Wilco Rinia dan veruit de minst gelauwerde van het stel. Persoonlijk wil ik hier in deze column stilstaan bij het afscheid van één man: Douwe Groenendijk. Hij kreeg het afscheid waar hij zo op hoopte: met een koningstitel. Prachtig, van harte gegund. Een stilist, die in mijn ogen te jong is om de kaatshandschoen in de wilgen te hangen. Maar wat wil je: al vanaf dat hij kon lopen, was hij getrouwd met de kaatsbal. Ik weet het nog goed, we groeiden beiden op in Pingjum, Douwe is slechts drie jaar jonger dan ik. Een klein manneke was het, maar hij zorgde er, samen met zijn broer Klaas, voor, dat er in de pauze op het schoolplein gekaatst werd. Natuurlijk, we hadden af en toe knikkertijd en voetbaltijd, maar die perioden waren kort: zodra het weer het toeliet, werd er met een afgebroken dakpan een perk en een opslagvak op het plein getekend. Toen al sloeg hij harder op en verder uit dan wij. De muur van het gymnastieklokaal was de boven. In onze ogen een flinke afstand, maar Douwe had er al gauw de gek mee. In 1987 was het, dat we meekaatsten op de schoolkaatskampioenschappen van Wûnseradiel. Hans Lautenbach en ik, zei de gek, uit klas zes (nu groep acht) en Douwe als dispensatiekaatser uit klas vier. Nu is mijn geheugen minder goed dan dat van Douwe, hij weet zich volgens mij nog alle details te herinneren, maar ik weet wel dat we wonnen. Douwe voorbest op en achterin. Toen al. Hij sloeg de hele bakkerij om. Terug in Pingjum werden we bij de familie Groenendijk thuis nog op de foto gezet. Hij zit nog in mijn fotoboek. Douwe, als onderdeurtje, in de midden. Hij was de winnaar, wij mochten ook meedoen. Later heeft hij dat lengteverschil trouwens flink ingelopen. Ik weet ook nog, dat hij iedere avond op het kaatsveld stond. Vaak met zijn broer en/of zijn vader, vaak ook alleen. Opslaan, telkens weer opslaan. Terwijl wij allemaal nog met een slap leren vodje kaatsten, kwam Douwe het veld op met een geel stuk kunststof: een Belgisch stukje vernuft, volgens mij van De Plecker. Later had hij, uiteraard weer als eerste, een echte “Belg”. En hij sloeg al zo ver… In rap tempo was hij het ledenkaatsniveau ontstegen. Zijn moeder vloog ieder weekend met hem de provincie door. Eerst naar de welpen, later de schooljongens, de jongens en nu, na ruim twaalf jaar Hoofdklasse, is dat ineens gebeurd. Ik denk niet, dat ze ooit een wedstrijd gemist heeft. Het toont de inzet en vasthoudendheid, maar ook het enthousiasme van een zeer bevlogen kaatsfamilie. Alles heeft altijd moeten wijken voor het kaatsen en dat wierp zijn vruchten af. Ontelbaar zijn de keren dat Douwe op zijn fiets een rondje door Pingjum reed, de krans om de nek. Alweer. Die ererondes zijn al sinds zijn studententijd verleden tijd, wat bleef is de enorme drang om te presteren en daar ook alles voor te doen en te laten wat nodig is. Wat een discipline. Velen gaven geen cent meer voor de carrière van Douwe Groenendijk toen hij z’n kruisbanden afscheurde. Douwe zelf wel, hij knokte en kwam terug. Mentaal sterker dan ooit. Het bracht hem de grootste triomf uit zijn carrière: de koningstitel op de PC. Sinds afgelopen zondag is dat voorbij: Douwe heeft afscheid genomen van de kaatssport. Hij maakt tijd vrij voor z’n vrouw Astrid en hun eerste kindje, dat op komst is. Ik weet het, dit is een hele lofzang voor één kaatser, terwijl Jochum, Jan Willem en Wilco ook een enorme pluim verdienen. Maar toch. Douwe was een geweldig goede kaatser, of je er van houdt of niet. Veel mensen vonden hem “wat eigenwiis”. Persoonlijk zeg ik liever “zelfbewust”. Douwe weet wat hij kan, wat hij wil en wat hij moet doen om dat te bereiken. Het waren niet alleen die twaalf jaar op de Hoofdklasse, het begon al minstens twaalf jaar eerder, toen hij, als ventje van zes in de eerste klas van de lagere school kwam en dus, zoals iedereen in Pingjum destijds, op dinsdagmiddag naar het kaatsveld toog. Competitiekaatsen met Meile Stôk. Hoeveel kransen hij in de afgelopen vijfentwintig jaar bijeen geslagen heeft, zou ik niet weten, maar het waren er heel veel. Daarom, Douwe: het ga je goed en hopelijk tot ziens rond de kaatsvelden! Martsje de Jong

Hoofdsponsoren

Businesspartners

Mobiliteitspartners

Suppliers