Eenlingenbeleid
De aanvraag van het eenlingenbeleid voor 2023 is geopend.
De vereniging moet voor 15 aprill aangeven voor welke vereniging wordt gekaatst. Hij/zij dient er voor te zorgen dat de overschrijving tijdig (voor 15 april) plaats vindt door zijn nieuwe vereniging.
Klik hier voor de toetsprocedure
Klik hier voor gebiedsindeling 2022
Klik hier voor de postcodekaart
Klik hier voor de postcodekaart met visuele weergave van de gebiedsindeling
Klikt hier voor het aanvraagformulier eenlingenbeleid 2023
Reden oprichting eenlingenbeleid
Een vereniging wordt ook wel een afdeling genoemd, er zijn specifieke afdelingswedstrijden waar enkel verenigingsparturen aan deel mogen deelnemen. De KNKB is de enige sportbond in Nederland die bepaalt voor welke vereniging een sporter in verenigingsverband mag uitkomen. In dit geval heeft men geen vrije verenigingskeuze. Zo kan een eenling ontstaan, zie de definitie van een eenling in dit voorstel.
Probleemstelling
Een kaats(st)er kan niet meedoen aan een afdelingswedstrijd op KNKB-niveau, omdat er niemand anders is in zijn/haar categorie om een partuur van minimaal twee personen mee te vormen.
Doelstelling
Het doel van de werkgroep eenlingen is als volgt geformuleerd:
Voorstel tot wijziging van het KNKB kaatsreglement rond afdelingswedstrijden waardoor eenlingen ook mogelijkheden krijgen om aan afdelingswedstrijden mee te kunnen doen.
Uitgangspunten
De volgende uitgangspunten zijn benoemd:
- De eenling staat centraal in dit vraagstuk.
- Minder strakke regelgeving, meer verantwoordelijkheid bij de vereniging.
- Toestemming wordt voor één jaar gegeven. Daarna moet opnieuw worden aangevraagd.
- Oorspronkelijk uitgangspunt was dat het beleid enkel voor jeugdcategorieën geldt, dit is in 2018 uitgebreid met de juniorencategorieën.
Huidige definitie in artikel 12, lid 2 (Hoofdstuk V) van Kaatsreglement 2018.
Een speler van de jeugdcategorieën en van de categorieën junioren bij de dames en heren di in zijn vereniging geen afdelingspartuur van minimaal twee personen kan vormen, heeft de mogelijkheid gebruik te maken van de regeling voor deelname van eenlingen aan afdelingswedstrijden.
Er is naast de eenling dus geen andere kaats(st)er die aan de volgende 2 eisen van een afdelingskaats(st)er voldoet, namelijk:
- dat de kaats(st)er aan het afdelingspartuur mee wil doen.
- dat de kaats(st)er in het afdelingspartuur de opslagafstand kan halen, ook al betreft het een kaats(st)er uit een lagere leeftijdscategorie.
Welke afdeling
Een eenling kan voor een afdeling kaatsen aangrenzend aan zijn huidige postcode conform de gebiedsindeling KNKB 2019 (Bijlage F van Kaatsregelement 2019). Voor elke eenling ontstaat hierdoor een groter gebied.
De vereniging dient zelf een andere vereniging te benaderen met het verzoek om de eenling voor hen te laten uitkomen.
Randvoorwaarden
Je mag als eenling per seizoen maar voor één afdeling uitkomen.
Beide verenigingen (twee bestuursleden van het bestuur) moeten schriftelijk en ondertekend akkoord zijn met de overstap. Hiermee stelt de latende vereniging vast dat het om een eenling gaat. De nieuwe vereniging geeft aan dat de eenling welkom is.
De vereniging moet voor 15 apirl aangeven voor welke vereniging wordt gekaatst. Hij dient er voor te zorgen dat de overschrijving tijdig (voor 15 april) plaats vindt door zijn nieuwe vereniging.
De latende vereniging mag in die categorie in het kaatsseizoen geen afdelingspartuur afvaardigen.
De ontvangende vereniging mag per categorie per afdelingswedstrijd maximaal 1 eenling opstellen, ongeacht het aantaal parturen waarmee wordt deelgenomen aan de afdelingswedstrijd in die categorie.
Het eenlingenbeleid is op 16 maart 2017 besproken op de Algemene Vergadering van de KNKB. Het voorstel zoals hieronder beschreven is aangenomen.
Voorstel handhaving huidige Eenlingenbeleid, conform Bijlage K van het Kaatsreglement.
In de jeugdcategorieën zijn afdelingswedstrijden erg belangrijk. Deelname aan Nederlandse Kampioenschappen, Freule en Ald-Meiers is alleen mogelijk in afdelingsverband. Toen voor wedstrijdseizoen 2015 het eenlingenbeleid werd vastgesteld, was men het er unaniem over eens dat alle jeugdkaatsers de kans moeten hebben om op deze wedstrijden uit te kunnen komen. Door het instellen van deze regel werd het belang van deze jeugdkaatsers onderstreept en voorop gesteld.
De verantwoording van de regel, om als eenling voor een andere afdeling uit te mogen komen, is doelbewust bij het bestuur van de vereniging neergelegd. Het bestuur is op de hoogte van de (on)mogelijkheden voor wat betreft de samenstelling van de parturen binnen haar vereniging. De KNKB wil en kan deze rol niet op zich nemen.
Wat van het bestuur van de vereniging mag worden verwacht is dat zij de regel integer en behoedzaam toepast. Met name het bestuur van de vereniging die wordt verlaten. Zij bepaalt namelijk of er wel of niet sprake is van een eenling.
In 2016 zijn 24 jeugdkaatsers als eenling aangemerkt. Een prima aantal, wat tevens aangeeft dat de regel omarmd wordt en dat er in een behoefte wordt voorzien.
Het bondsbestuur wil deze regeling dan ook voortzetten. Wel wordt het aanvraagformulier gestandaardiseerd en moet duidelijk -per kaatser- worden aangegeven dat er in eigen en onderliggende categorieën geen partuurgenoten zijn. Ook kan, om de omstandigheden beter naar voren te brengen, de betreffende Jeugd TC van de KNKB om advies worden gevraagd. Dit advies heeft geen bindende werking, maar kan gebruikt worden als input voor het verenigingsbestuur.
Het aanvraagformulier is als bijlage bijgevoegd.
Het bondsbestuur vraagt u in te stemmen met de voorzetting van de regeling Eenlingenbeleid.
Tijdens de algemene ledenvergadering in maart van 2018 is het Eenlingenbeleid uitgebreid met de categorieën dames junioren en heren junioren.
Tijdens de algemene ledenbergadering op 14 maart 2019 zal een voorstel ter stemming worden gebracht om een beperking op te nemen binnen het eenlingenbeleid. Het betreft hier de completering van afdelingsparturen. Het voorstel is dat een afdelingspartuur gecomplementeerd mag worden door maximaal 1 kaatsers uit het eenlingenbeleid.
Tijdens de algemene ledenvergadering in maart van 2019 is een beperking toegevoegd aan het Eenlingenbeleid.
Verenigingen mogen per categorie per afdelingswedstrijd maximaal 1 eenling opstellen. De latende vereniging mag geen partuur afvaardigen in die categorie.
Tijdens de algemene ledenvergadering in juli 2020 is een versoepeling van het Eenlingenbeleid doorgevoerd.
Verenigingen mogen per partuur per afdelingswedstrijd maximaal 1 eenling opstellen (in plaats van per categorie).