contact zoeken wedstrijden

De Keatssite Column (2010-11), Laat de leeuw niet in zijn hempie staan

Dat sporters gewild voer zijn voor psychologen, is al tijden bekend. Vooral in het voetbal wordt ‘het karakter’ uitgebreid tegen het licht gehouden.

Voor Nederland was het in de WK-finale net niet genoeg. Maar hoe belangrijk is de psychische kant nou eigenlijk, wordt dat overschat of onderschat? Persoonlijk neig ik naar het laatste. Onlangs had ik er nog een gesprek over met de voorzitter van een kaatsvereniging. Je ziet het steeds vaker, een partuur wat op papier een droompartuur is, bakt er – op het moment dat het erop aan komt – niets van. Degene die het hoofd koel houdt, het partuur op weet te peppen, kan heel ver komen. Een voorbeeld hiervan waren Geke de Boer en Melissa Rianne Hiemstra op het NK voor meisjes in Hallum. Franeker was zwaar favoriet, Grou en Easterlittens hoorden eveneens tot de kanshebbers. Franeker stond te gespannen te kaatsen en verdween al in de tweede omloop van het toneel. Wergea, dat met het tweetal Geke de Boer en Astrid Bijlsma meedeed aan het NK, strandde in de derde omloop. Geke is een gedreven A-kaatster, Astrid kaatst alleen ledenpartijen. Grou kon pas na 5-5, 6-0 door naar de vierde omloop. En dan de finale, Easterein met een prachtig partuur van drie A-kaatsters moest het opnemen tegen Stiens. Alweer een tweetal: Melissa Rianne Hiemstra en Yvonne Schuts. De mentaal sterke Melissa nam Yvonne mee in haar kielzog, samen kaatsten ze de sterren van de hemel en werden Nederlands kampioen. En dan te weten dat Yvonne geen KNKB-kaatster is, ook zij kaatst vrijwel uitsluitend ledenpartijen. Gedoodverfde favorieten verdwijnen te snel van het kaatstoneel. Niet zozeer omdat de tegenstander die dag wel in topvorm is, maar meer omdat ze de druk niet aan kunnen en tegen zichzelf beginnen te kaatsen. Jongens vrije formatie, Pieter Sijberen Scharringa, Sjoerd de Jong en Jelle Scharringa vormen op papier een niet te kloppen formatie. En toch is de praktijk anders, in Tzum vlogen ze er in de tweede omloop uit, in Arum al in de eerste. Het zit er wel in, maar het komt er niet uit. Die opslag, die gemist wordt, daar moet je overheen stappen. Op naar de volgende, nieuwe kans. Die gemiste kans kun je immers toch niet overdoen. Wat zie je vaak dat de kaatser nog met zijn hoofd bij die vorige, misgeslagen bal is. En dan gaat nummer twee ook mis, en nummer drie.. en voor je het weet sta je een heel eerst buiten te slaan. Elkaar als team opmonteren, gebeurt niet. Maten staan te balen en kijken hun derde maat aan op zijn fouten. Tja.. en daarvan ga je echt niet beter kaatsen. Stuk voor stuk zijn het op zich talenten, technisch zeer begaafde kaatsers. Ze trainen vaak meerdere keren in de week op hoog niveau, dus daar hoeft het niet aan te liggen. Bij heel veel kaatsers zie je bij achterstand hoofden die hangen gaan, irritatie naar de medespelers. Niet het vermogen om jezelf en anderen op te peppen, om terug te knokken. De kaatsers moeten nog maar een keer in alle rust de dvd’s van het wereldkampioenschap voetbal kijken. Nederland speelde met topvoetballers, het ideale voetbal wilde maar niet lukken, maar puur op karakter bereikten ze de eindstrijd. Vechtend als leeuwen lieten ze de leeuw niet in zijn hempie staan. De kwartfinale tegen Brazilië, met rust 0-1 achter in een zeer lastige wedstrijd. Toch na rust de wedstrijd ombuigen en winnen, pure klasse. Jammer dat ze gisteren tegen Spanje, wellicht teveel benadeeld door gele kaarten, niet toesloegen. Vechtersmentaliteit is er wel. Het vechten voor iedere bal, de bal ‘opfrette’, ik mis het teveel bij de aanstormende kaatsers. Statisch en gelaten staan ze in het veld, positieve uitzonderingen nagelaten. Een taak voor de coaches, smeed een nieuwe generatie kaatsers die ervoor willen en kunnen gaan. Die mentaal sterk zijn, zich niet laten imponeren door een mislukte opslag. Die niet bij de pakken neer gaan zitten als ze achterstaan, maar juist dan dat stapje extra zetten, juist dan strijdlust tonen. Die niet met een verwoestende blik naar hun maat kijken die zojuist het perk miste, maar hem of haar een hart onder de riem steken. Die niet een vloekwoord het veld in slingeren als ze een bal missen, maar zichzelf in de hand houden en de concentratie weer terug weten te vinden. Van een negatieve houding gaat niemand beter kaatsen, van strijdlust en een positieve inzet kunnen we meer verwachten. Suwarda Vis, WIS IN

Hoofdsponsoren

Businesspartners

Mobiliteitspartners

Suppliers