Overslaan en naar de inhoud gaan

Lambert Postma 1964-2025

Lambert Postma 1964-2025

Tekst: Rynk Bosma

Foto's: KM

De op 19 september 1964 geboren Lambert Postma kaatste op het hoogste niveau van 1983-1995. In die periode verzamelde hij 257 punten en werd 14 keer koning. Een tengere verschijning als opslager, een ‘linige’ sportman ook die na zijn kaatsperiode altijd aan sport deed. Totdat er op 6 september 2025 in Norg een einde aan zijn leven kwam. ‘Hij was misschien wel de elegantste kaatser die ik gezien heb’, zo schreef een kaatsliefhebber die recht van oordelen had.

Lambert Postma was een opslager uit de jaren tachtig en halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw. Wie zijn naam hoort vallen weet dat er altijd omschrijvingen als ‘sierlijk’ en ‘stijlvol’ zullen volgen. Het talent Lambert Postma liet zich voor het eerst zien op de Freule van 1981. Samen met Robert Postma en Auke Zijlstra stond hij in de finale in de clubkleuren van Deinum. 

Volgens de Leeuwarder Courant had Postma een groot aandeel in het behalen van een plek in de finale. Dat aandeel was zo groot dat er een bijgaande, prachtige actiefoto van Postma aan de opslag bij het verhaal stond. Toen al verried het beeld een fraaie stijl. Het was op die Freule niet genoeg, Pingjum met Sjoerd Nieuwenhuis, Durk de Haan en Abe Kooistra toonde zich toen met een 5-1 winst te sterk. Abe Kooistra stond voorbest op en achterin en hij was volgens de krant de ‘ongekroonde koning’ van de dag. Ook Postma was de dragende man van zijn partuur, achterin en voorbest op. Deinum was als partuur toen een tweepitter met Zijlstra als balkeerder. 

In 1983 debuteerde Postma op de PC met de maten André Tolsma en Tjisse Wallendal en dat debuut zou slechts een omloop duren. Postma kwam in ‘it grutte spul’ op een moment dat opslagers het niet gemakkelijk hadden. Het was de tijd dat er veel tumult was over de nap in de want die het voor de opslag allemaal moeilijker maakte. Postma moest het van de geplaatste bal hebben en was niet echt een ‘perkenbrekker’ zoals generatiegenoten als Coos Veltman en Joop Bierma en later Stephan Kleefstra dat wel waren. 

‘Hy hie wol in moaie stijl, hy makke de opslachbeweging altiten moai ôf’, zo zegt Wiep van Wieren die in het jaar 1989 in de vrije formatie met Postma kaatste. 

Cees Punter was in dat jaar de derde maat en de formatie haalde op de PC van 1989 een ‘lytse preemje’. Er werd verloren van de latere winnaars Joop Bierma, Sake Porte en Hotze Rusticus. Van Wieren: ‘Wy ha doe op Leeuwarden 400 keatst en Lammert joech ballen op de teannen. Eins die hy dat wat te min, hy wie wat te foarsichtich betiden want hy koe wol deeglik in snelle en felle bal jaan.’

In de eerste twee jaar wist Postma geen kransen binnen te halen. Pas in 1985 kwam hij in de top tien van het jaarklassement terecht met acht overwinningen en drie koningstitels. ‘Uiteenvallen partuur Postma op zijn zachtst gezegd jammer’, zo kopte de Leeuwarder Courant op maandag 20 mei 1985 en die constatering valt samen met het eigen geheugen. Postma was de opslager bij het perk Johannes van Dijk en Reinder Triemstra en het partuur wist indruk te maken.

Vermoedelijk het beste perk dat Postma als opslager heeft gehad, maar Triemstra zou volgens een eerder gemaakte afspraak de opvolger worden van Johannes Brandsma bij Sake Saakstra en Piet Jetze Faber. Durf hier wel te stellen dat die overigens begrijpelijke keus Postma de PC-winst heeft gekost in dat jaar en dat geldt ook voor Reinder Triemstra. Johannes van Dijk was beter dan ooit, ook al omdat hij verlost was van het ‘Brandsma-syndroom’. Want Johannes Brandsma was naar België vertrokken. Komt bij dat de onderlinge harmonie in dit partuur veel groter was dan de harmonie in het partuur Sake Saakstra met Triemstra.

Het partuur Postma won in Dongjum hun eerste formatiepartij in een finale met 23 bovenslagen van de beide perken Van Dijk-Triemstra en Van Wieren-Schurer.  En dat gaf welbeschouwd al de invloed van de nap aan. Overigens zou het perk Van Dijk-Triemstra in 1987 in reprise gaan met Ruurdt Rutten als opslager, maar toen was het momentum van 1985 al voorbij. Het jaar 1985 zou qua puntenaantal ook het beste jaar van Postma zijn.

Met als hoogtepunt het jaar 1990 toen Postma de Bond wist te winnen met Stephan Kleefstra als opslager en Gerben Okkinga in het achterperk. Postma in het voorperk dus en tweede opslager. Een verhaal zoals dat wel vaker in de kaatssport voorkomt met betrekking tot afdelingspartijen. Kleefstra en Okkinga waren de vaste waarden en in Weidum deed Abe Kooistra mee. In Tzummarum stond plots Postma in het voorperk en dan ook nog met een dubbele functie. En dat terwijl allrounder Germ Okkinga doorgaans ook nog over een vernietigende opslag beschikte.

‘Wolle se wat berikke, dan moat Germ de twadde opslach oernimme’, zo was de mening van heit Gerrit Okkinga halverwege de Bond. Te voorbarig en niet geheel objectief uiteraard. Want Kleefstra toonde zich de ‘ongekroonde koning’ van deze Bond met een verrassende Postma in het voorperk. Merkwaardig genoeg had tegenstander Makkum in de finale ook een ongebruikelijke bezetting met Peter Rinia in het voorperk. Op 5-2 en 6-6 haalde Kleefstra met een zitbal de winst binnen voor Huizum.

De hoofdprijs dus in 1990 voor de elegante opslager Postma. Niet een kaatser die zich verbaal roerde. Bescheiden vooral, een opslager die misschien meer in zijn mars had dan hij af en toe liet zien. Een detail dat het totale beeld niet aantast van de elegante en sierlijke opslager die Lambert Postma was. Als kaatsen de spiegel van de ziel laat zien, dan is met het overlijden van Lambert Postma een bescheiden mens heengegaan. Een eigenschap die hem sierde, die hem tot meer maakte dan alleen een sierlijke opslager.