Overslaan en naar de inhoud gaan

Johannes van der Ploeg 1949-2025

Johannes van der Ploeg 1949-2025

Tekst: Rynk Bosma

Foto: Keatsmuseum

Als je de kaatser Johannes van der Ploeg zou willen samenvatten in één woord, dan zou dat ‘dreech’ zijn. Als je de mens Johannes van der Ploeg zou willen samenvatten in één woord dan zou dat het woord ‘tsjinstber’ zijn. Op 23 juni 2025 kwam er nog vrij plotseling een einde aan het leven van Johannes. Hij werd geboren op 1 augustus 1949 in Schingen en kaatste van 1972-1979 in de toen nog eerste klas. In 1973 werd de Bond gewonnen voor Winsum en in 1977 nog een keer voor Franeker. In totaal verzamelde Johannes 119 punten.

Johannes werd geboren op de ‘pastorypleats’ zoals de eveneens uit Schingen afkomstige Philippus Breuker de boerderij noemde. Vlak bij de nederlands hervormde kerk van Schingen. Een bijnaam die impliceerde dat de kerk eigenaar was. Een ‘hierpleats’ dus waar het gezin Van der Ploeg woonde. Drie jongens telde het gezin: Jan (1947), Johannes (1949) en Gerrit (1955). ‘Johannes hie fan ús trijen it measte talint, ek al koe hy it net faak fan my winne’, zo herinnert broer Jan zich. Het gezin Van der Ploeg was geen gezin met een kaatstraditie. ‘Heit hie mear mei hynders as mei keatsen, mar doe’t Johannes keatste wie hy der altiten. Doe’t Johannes ophâlde, hat hy der nea wer west.’

Johannes was dus de kaatser die is samen te vatten met het woord ‘dreech’. ‘Johannes waard by drege partijen geandewei better.’  En dat maakte hem bij uitstek geschikt voor een ‘marathonkaatsdag’ zoals de Bond in 1973 werd genoemd. Dat bleek wel op pinkstermaandag in juni 1973 in Franeker. Het trio Gerrit Fokkens, Rikus Kramer en Johannes van der Ploeg van de afdeling Winsum toonde zich volgens de krant vooral een eenheid als partuur. 

Dat Winsum in dat jaar de finale van de Bond wist te halen mocht gerust een verrassing genoemd worden. Want nooit eerder had Winsum in een finale op de Bond gestaan. Een eindstrijd in de rol van ‘underdog’ tegen de winnaars van een jaar eerder en dat was het favoriete KV Foarút uit Marssum. Met de pas 20-jarige Wiep van Wieren in het voorperk en Lammert Breuker in het achterperk, terwijl Robert van Wieren voor de verbale muziek zorgde buiten het perk.

Fokkens had weken getraind op de hoge bal om Breuker te bereiken. Dat lukte pas na de nodige schade. Met 1-0 voor en vervolgens vier ballen in het voorperk waar Wiep van Wieren vier keer achterelkaar ruim de Voorstraat teisterde met bovenslagen, waarvan eentje onderhands. Uiteindelijk wist Winsum relatief gemakkelijk te winnen met 5-2 toen Johannes op 6-0 de kaats passeerde. Een toch daverende verrassing. 

Dat dit hechte afdelingspartuur ook tussen de ‘grote jongens’ op de PC haar mannetje stond, werd bijna twee maanden later bewezen. Het koningspartuur Gerrit Okkinga, Klaas van Wieren en Dirk Talsma bleek in de halve finale met 5-1 te sterk, maar dat was geen schande tegen het toen dominante koningstrio.

In 1977 ging Johannes op herhaling op de Bond. Deze keer in de kleuren van Jan Bogtstra. Het min of meer uitgebluste Wommels met Minne Hovenga als de grote man haalde in de eindstrijd niet meer dan een spel. ‘Johannes wie ien dy’t in soad krêft brûkte by it útslaan, hy wie in grutte keardel dus dat paste ek wol in bytsje by him’, zo zegt Jan. De oudste broer van Johannes vult de lijst van overwinningen van Johannes aan met winst op de Lytse PC in Mantgum in 1971, die hij won met Willem Hiemstra en Paulus Groenendijk.

‘Dreech’ als kaatser, ‘tsjinstber’ als mens. Die dienstbaarheid diende zich al vroeg aan toen Johannes in 1987 de microfoon hanteerde op de PC. ‘Fjirtjin dagen foar de PC wie Johannes net in jûn thús.’ Die dienstbaarheid van Johannes ging verder dan alleen de PC. ‘Syn frou Tsjitske Felkers hat wat it keatsen oanbelanget altiten efter him stien.’ Dat gold overigens later ook omgekeerd toen door ziekte van Tsjitske de telegraaf van het leven van haar langzaam maar zeker naar ‘alles oan ‘e hang’ liep. ‘Hast tritich jier hat Johannes troch har sykte foar har soarge.’

‘Ferline jier ha wy twa partijen mist’, zo weet Jan nog. Allebei hadden zij hun vrouw verloren en dan gingen de broers gezamenlijk naar het kaatsen. Niet dat zij dan de gehele dag bij elkaar zaten. ‘Ik wie de âldste, mar Johannes paste op my de lêste jierren. ‘Moatst noch wat drinke of ite?’, sa frege hy dan.’ Ook hier de liefdevolle dienstbaarheid die Johannes in veel opzichten kenmerkte. 

Op 28 mei van dit jaar berichtte Johannes dat hij ‘der efkes net by wêze koe’ en zo vervolgde hij: ‘It docht sear net ûnder keatsfreonen wêze te kinnen’. Toen wist Johannes nog niet dat zijn laatste partij op aarde allesbehalve ‘dreech’ zou worden. Hij wist toen ook niet dat hij nimmer meer ‘ûnder keatsfreonen wêze soe’ die hem passend zullen gedenken met de woorden ‘It docht sear dat Johannes net mear by ús is’. 

 

 

 

Bondspartij Heren 1e kl. te Franeker Franeker met v.l.n.r. coach Seerden, Tjisse Wallendal, Jan van der Molen en Johannes van der Ploeg