contact zoeken wedstrijden

Piet en Bert Smedinga grote namen in historie jubilerend KV Flevoland

Tekst: Rynk Bosma
Eerder gepubliceerd in het FD

De kaatsvereniging KV Flevoland uit Dronten bestond dit jaar 50 jaar en vierde dat op bescheiden wijze. In KNKB-verband zijn de behaalde successen van de KV Flevoland al even bescheiden. Op het lijstje met behaalde prijzen in Friesland springen de namen van de beide tweelingbroers Piet en Bert Smedinga eruit. Grote namen in de clubhistorie, bescheiden in KNKB-verband. ,,Wij gingen niet voor de echte hoofdprijzen’’, zo zegt Piet Smedinga.
 
,,Ik ben een kwartier ouder dan Bert’’, zo herinnert Piet zich van de dag dat hij en Bert in Sneek werden geboren. Dat was op 8 april 1962 in een jaar dat in familieverband een bijzonder kaatsjaar genoemd mocht worden. Immers in dat zelfde jaar won oom Dreeuwes Smedinga uit Harlingen niet alleen de PC, maar werd tevens koning. En dat ook nog op een leeftijd van 39 jaar.
 
De beide ouders Siebe Smedinga en Agnietje Nieuwenburg besloten in augustus 1962 hun woonplaats Workum te verruilen voor een nieuw bestaan in de Polder. Bij het opgroeien in deze nieuwe omgeving werden de banden met Harlingen niet verwaarloosd. De mede oprichter  van KV Flevoland herinnert zich nog: ,,Dy beide jonges ha eins altiten Harnzers praten.’’ Niet opmerkelijk voor wie weet dat de moeder een zuster was van Japie en Jan Nieuwenburg uit Harlingen. Japie was een geducht lanenkaatser terwijl Jan nog altijd voorzitter van KV Eendracht Harlingen is.
 
Goede kaatsers maar…,,Se mutte de Stenen Man sien kanne’’, zo zegt Piet Smedinga in onvervalst Harlingers. Piet Smedinga woont tegenwoordig in Leeuwarden en hij praat gretig, af en toe met enige weemoed, over zijn tijd als kaatser. Dit in tegenstelling tot zijn broer Bert die in Groningen woont en na 1989 de kaatssport definitief de rug toekeerde en er welbeschouwd ook niet meer over wil praten. Wat dat betreft verkeert hij in het goede gezelschap van Tamme Velstra.
 
,,Bert had meer talent, ik moest er meer voor trainen, Bert was ook meer een winnaar dan ik.’’ Piet Smedinga stond vooral in het voorperk en op de boven, Bert stond altijd achterin met een tweede opslag. Al vroeg kwamen beide Smedinga’s in aanraking met de kaatssport en dat ging dan via de Federatie van Buitenafdelingen (FBA) zoals de federatie wordt genoemd (voor 1979 was het BBA). Als kind met de ouders mee en dan zelf ook al gauw in de jeugdcompetitie een balletje slaan. ,,Wij zijn opgeleid door pa en tegelijkertijd was hij onze sparringpartner en coach. Achteraf had dat anders gemoeten, we hadden Germ Gjaltema uit Peins als coach moeten hebben, wat meer afstand.’’
 
Het kaatsen op KNKB-wedstrijden kwam pas aan de orde toen de jongens dertien jaar waren. ,,Vaak werd het in de vierde omloop wat minder.’’ KV Flevoland werd met de beide Smedinga’s vijfde op de Freule en begin jaren tachtig kwamen hun namen voor op de lijsten van de eerste klas (nu hoofdklas). Piet Smedinga weet nog dat hij voor het eerst in Bolsward moest invallen voor de geblesseerde Tjisse Wallendal.  ,,Ik was toen bij Johannes van der Meij en Minne Hovenga en ik raakte geen bal van Sake Saakstra. Die ballen kwamen dwars het perk in want Sake is linkshandig.’’ Een kennismaking dus om gauw te vergeten.

Piet Smedinga Kimswerd
Piet Smedinga Kimswerd

Piet Smedinga moest het hebben van de ‘door elkaar loten’ partijen, was afhankelijk van goede maten.  Zo staat de partij om de Gouden Willems in Menaam nog duidelijk op zijn netvlies. Glorie met een veelzeggend voorverhaal: ,,Ik had mijn kaatswant die vrijdag op het dak laten liggen terwijl het regende. Bikkelhard natuurlijk die want. Het lot was mooi, bij Sake Saakstra en Tunno Schurer. Maar die mannen spelen vaak op tachtig procent op zulke partijen, een beetje een houding van ‘laat het maar zien als je wilt winnen’. Eerste omloop tegen een veel zwakker partuur wonnen wij op het nippertje, 5-5 en 6-6 en toen sloeg ik boven. Een ‘koninklijke Smedinga’ schreef Johannes Lolkama, zo weet ik nog. Maar Sake werd koning, niet terecht zo zei hij zelf na afloop.’’
 
Piet Smedinga vindt het mooi dat hij toch het niveau heeft gehaald, hij was een jaar volwaardig eerste klasser, want het kwam hem niet aanwaaien. Veel krachttraining, tot het begin van het seizoen drie keer anderhalf uur trainen. ,,Het gaat niet zo maar. Wij hadden altijd een leren nap,  een Van den Akkerhandschoen. Ik weet nog dat ik de eerste keer niet eens in een want met plastic nap kon komen. Met een zwaardere pelotebal heb ik leren slaan met die nap. Series maken met een onderlinge afstand van dertig meter, leren hoe je onder een bepaalde hoek onder de bal stapt.’’
 
Het waren in het decennium tussen 1980 en 1990 roerige jaren wat betreft de wanten. ,,Ik ga maar niet vertellen wat er allemaal werd uitgespookt met die wanten, dat doe je niet in de krant’’, zo lacht Piet Smedinga de vraag weg. Liever heeft hij het over die glorieuze PC van Bert in 1987. ,,Leo Leeuwen en Bert lagen elkaar wel. Joop Bierma was de opslager en ik vergeet nooit weer hoe dat partuur in de halve finale op de PC toen in twintig minuten het ‘2000 punten’ partuur van Sake Saakstra, Wiep van Wieren en Piet Jetze Faber afdroogden.’’
 
Bert in de finale van de PC dus met Peter Rinia, Johannes Brandsma en Tunno Schurer als tegenstander. ,,Ze stonden met 3-1 en 6-6 voor met een matige kaats voor de middellijn. Peter sloeg een bal op de navel van Leo die als een Usain Bolt het perk uitvloog. Bert kon er niet meer bij en de partij ging als een nachtkaars op 5-3 uit. Als je zo ver komt telt alleen de eerste prijs.’’
 
Zo ver kwam Piet Smedinga niet in 1989 toen hij samen met Bert en de jonge opslager Johan Okkinga een partuur vormde. ,,Ik had mijn dag toen, wij stonden met 5-1 voor tegen Ruurdt Rutten, Leo Leeuwen en André Tolsma en ik had er al acht weg geslagen.’’ Toch werd het nog 5-5 en 6-6, ,,En toen sloeg ik de kaats voorbij.’’ Het werd een derde prijs op die PC. Na dat jaar stopte Bert - ,,Hij was verzadigd’’ – terwijl Piet pas in 1995 de want aan de wilgen hing.
 
In 1988 keerde het gezin Smedinga terug naar Franeker, de broers woonden nog thuis. ,,Wij hadden het te best thuis.’’ Piet Smedinga wil overigens wel even het hardnekkige verhaal ontzenuwen dat pa hen bij een slechte prestatie als jongens bij de Ketelbrug uit de auto zette. Piet lacht om de mythe, ,,Dat su niet best weze’’ en zegt dat het pertinent niet waar is.
 
,,Ik was meer liefhebber dan Bert, na 1987 moest ik hem soms meeslepen.’’ Inmiddels is Piet zelf ook liefhebber af. Zijn laatste bezoek aan de PC is al weer vijf jaar geleden. Dat heeft alles te maken met de spelontwikkeling, te veel buiten, boven of kwaad, zo vindt hij. Wat eeuwig blijft is de weemoed over die mooie tijd dat hij zelf kaatste.
 
(Dit verhaal stond eerder in het Friesch Dagblad)

Piet Smedinga PC'89
Piet Smedinga PC'89
Piet Smedinga PC'89
Piet Smedinga PC'89

Hoofdsponsoren

Businesspartners

Mobiliteitspartners

Suppliers