contact zoeken wedstrijden

Vloeken verboden volgens Jan Durks Zeinstra

Tekst: Rynk Bosma

Herbayum De op 24 april 1824 geboren Jan Durks Zeinstra moest de zeven kruisjes nog binnen hengelen toen de kaatsvereniging in Herbaijum werd opgericht. Dat gebeurde in 1893 en dus stond de vereniging dit jaar op 23 juni stil bij het 125-jarig jubileum. KV Jan Zeinstra, zo heet de kaatsvereniging en die is vernoemd naar oprichter Jan Durks Zeinstra die ooit een weiland beschikbaar stelde met als voorwaarde dat er niet gevloekt mocht worden.
 
Een merkwaardige verordening voor wie de toch heldhaftige kaatspartij in de herinnering roept die Zeinstra in eigen dorp kaatste tegen de drie ‘Felkersmannen’ zoals de opponenten worden genoemd. Dat gebeurde op 3 september 1854 in Herbaijum en het verslag staat in het jubileumboek van de toen 100-jarige KV Jan Zeinstra.  De titel luidde ‘100 jier keatsen Hjerbeam’. Misschien is het de vrijheid van auteur Josse de Haan geweest toen hij noteerde: ‘En ek al flokt Jan Durks Zeinstra de eksters út de beammen fan it âld bosk, it jout allegearre neat.’ Of was het de literaire vrijheid die het schrijven van een historische roman met zich meebrengt.
 
Zeinstra kaatste met twee maten die ‘neat koenen’ en dus stond hij rond de klok van vier uur tijdens de finale in Herbaijum al spoedig met ‘skjinne trije earsten’ achter. Zeinstra zijn opslag was niet te verwerken voor de Felkersmannen, maar ja die tweede opslag….Zeinstra dirrect van de bal en dan wisselen met 6-0, zo was de analyse. Bovendien zou de voorinse van Zeinstra  ‘fansels wer tefolle brandewyn yn ‘e bealch ha’. Zeinstra ging in goed overleg de strijd verder in zijn eentje kaatsen, een ‘makje’ natuurlijk voor die drie Felkers. Maar het werd drie eersten gelijk en de twee maten van Zeinstra begonnen ietwat onrustig te worden. Want straks zou hun maat die eerste prijs alleen winnen, drie zilveren lepels, en hadden zij niks.
 
Dus boden de twee maten Zeinstra drie borrels aan om weer mee te mogen doen, ze kochten zich weer in de onderneming zou je kunnen zeggen en na een tweetal slagen had Zeinstra al spijt van die ‘versterking’. Binnen twintig minuten was de partij uit, hoewel Zeinstra opnieuw voorstelde dat zijn beide maten zouden vertrekken. Maar daar trapten de Felkers niet weer in en dus werd het voor Zeinstra een zilveren sigaarpijpje als premie: ‘De Hjerbeamers de hel yn’, zo noteert de auteur nog.

JanDurksZ

Een kleurrijk verhaal over een man met een kleurrijke familiehistorie want heit Dirk overleefde als 18-jarige de fameuze terugtocht over de rivier de Berezina in dienst van Napoleon Bonaparte tijdens de barre tocht naar Rusland. Ooit als schoolplaat vereeuwigd maar Dirk Willems kon het navertellen. Hij was in de jaren na 1812 als bedrijfsleider in dienst bij de weduwe Hollander onder Pietersbierum toen hij verliefd werd op dochter Baaye. Maar moeder was tegen, zij wilde voor haar dochter een boerenzoon. Toch was de weduwe Hollander niet harteloos toen Dirk Willems werd ontslagen, ze gaf hem een beurtschip mee om een veerdienst te beginnen.
 
En zo werden de geliefden Baaye en Dirk Willems van elkaar gescheiden maar een toevallige ontmoeting op de kermis in Franeker deed de liefde weer opbloeien. Moeder Hollander bleef weigeren en er moest een kantonrechter aan te pas komen om te trouwen. Dat gebeurde in 1823 met als oudste zoon dus Jan Durks Zeinstra. Die moest in 1828 zijn moeder Baaye al missen. De in 1863 overleden Dirk Willems werd 69 jaar maar liet na zijn overlijden heel wat na. Het gerucht wilde dat de drie kinderen negen boerderijen hadden te verdelen, onder andere eentje in Herbaijum en Pietersbierum.
Jan Durks trouwde in 1850 met Gatske Hanses van der Zweep uit Franeker. Na de dood van zijn vader verhuisde Jan Durks naar Herbaijum. Zijn vrouw Gatske overleed in 1876 waarna Jan Durks in 1877 opnieuw trouwde met Agatha de Boer uit Harlingen. In 1904 renteniert Jan Durks aan de Molepôle in Franeker, maar een jaar later sterft ook Agatha. Op de leeftijd van 81 jaar hertrouwt Jan Durks opnieuw, deze keer met Agnes Terpstra die hem overleeft want in 1907 overlijdt de oprichter van KV Jan Zeinstra.
 
De katholieke Jan Durks was bepaald niet doorsnee als mens. Dat dit bekend werd was te danken aan zoon Sijbolt Jans Zeinstra die in 1858 in Pietersbierum werd geboren en na een volgens de normen van die tijd lang leven in 1936 overleed. Hij was getrouwd met Fetje Maurits Ypma (1862-1948) en zij woonden op de boerderij Aegema State in Peins waar de zussen Zeinstra ook opgroeiden.  Met dank aan zoon Sijbolt is het nu bekend dat Jan Durks als kerkmeester de zogenaamde pencie moest ophalen, dit was de bijdrage voor de pastoor.
 
Maar er was meer kerkelijk nieuws te melden. Toen in de jaren tachtig van de negentiende eeuw in Franeker een nieuwe kerk werd gebouwd schonk pake Jan Durks twee luidklokken die de namen Jan en Gatske krijgen en ook de namen van de kinderen kregen een plekje. De klokken zijn er niet meer, want de Duitsers hadden er in de oorlog een betere bestemming voor, althans volgens de bezetters.
 
Stel je een strenge winter voor, pake Jan Durks op de slee, een knecht op schaatsen achter de slee. Als een voormalige kaatskoning zat Jan Durks dan op een omgekeerde emmer, de schaatsen onder de klompen en een deken om zich heen. Een lange Goudse pijp in de mond, een halfhoge hoed op waarvan hij twee exemplaren had, één voor zondag en één voor de rest van de week.

GatskeHansesvdZweep1e frou

Hij was volgens overlevering een man van het goede leven, een echte vleeseter en dat alles etaleerde Jan Durks rijkelijk. ‘Pikelfleis’ van jonge stiertjes in de kelder en op zijn veertigste woog de boer 140 pond, weer veertig jaar later was dit gewicht opgelopen tot 240 pond en dat is op de foto zichtbaar. Zoon Sybolt Jans weet nog bij het vertrek vanuit Franeker naar Peins dat heit zei: ,,Ast aansens noch in stik spek oer hast dat wat giel en taai is en de bern meie it net, bring it dan mar hjir want sa ha ik it it leafst.’’
 
Toen pakesizzer Jan ‘oer wie op redens’ vanuit Peins werd hem de koekjestrommel voorgezet. Dit tot ongenoegen van pake Jan Durks, ,,Fuort mei dy rommel. Helje de pikelfleispanne mar út de kelder. Dêr kinne dy jongkeardels better op ride.’’
 
Zoon Sijbolt Jans verliet de ouderlijke boerderij in Herbaijum om na een huwelijk met Fetje Maurits Ypma naar Peins te verhuizen. Aegema State was eigendom van Teake Galema die ging rentenieren en de boerderij werd verhuurd aan Sijbolt Jans. De erfgenamen van Galema verkochten de boerderij aan de familie Bangma uit Witmarsum. Voor pachter Sijbolt Jans waren het in de jaren negentig van de negentiende eeuw ‘drege’ jaren. Eigenaar Bangma beloofde echter een verlaging van de pacht bij het opnieuw afsluiten van een pachtcontract.
 
Net als pake Dirk  met de weduwe Hollander eerder, trof ook Sijbolt Jans het met de weduwe Bangma. De huur ging naar beneden en op 23 september 1901 werd Sijbolt Jans Zeinstra eigenaar van de boerderij met bijbehorende 42 hectare grond. Allemaal uitweidingen rondom de oprichter van de kaatsclub in Herbaijum, Jan Durks Zeinstra. De voormalige Peinser Josse de Haan schreef ‘100 jier keatsen Hjerbeam’ met als ondertitel ‘Histoaryske roman oer it keatsen’. Bij dat jubileum waren ook de nazaten van Jan Zeinstra uitgenodigd.
 
Kaatsen is het hele leven niet en soms is een jubileum een mooie aanleiding om even langer bij dat hele leven stil te staan want ook toen al was er meer dan alleen kaatsen…

JanDurksZeinstraKV

Hoofdsponsoren

Businesspartners

Mobiliteitspartners

Suppliers