contact zoeken wedstrijden

Johan van Seijst 1944-2024

Tekst: Rynk Bosma     
Foto's: Keatsmuseum

De op 27 september 1944 in Kimswerd geboren Johan van Seijst was bij de geboorte al gezegend met kaatsgenen die ervoor zorgden dat hij een monument onder de opslagers zou worden. Actief tussen 1962 en 1978. Op 13 april 2024 kwam er een einde aan zijn leven.

FotoJohanvanSeijst441 2 lang

Kaatsgenen dus, zo mag je wel stellen als je weet dat Japke Helfrich de moeder was en Bouke van Seijst de vader. De Helfrichs uit Kimswerd, Japke was een zuster van vijfvoudig PC-winnaar Sjouke Helfrich. Bouke van Seijst won voor Harlingen in 1931 de Freule in Wommels. Het lot als kaatser werd al vroeg beslist, zo wil het verhaal. Gebogen over de wieg vroeg iemand: ‘Wurdt dit no de keatser Bouke?’ Een vraag die bevestigend werd beantwoord: ‘Ja dit wurdt de keatser.’ Je zou bijna zeggen: zo stond in de sterren geschreven met Japke als de schatbewaarder die ervoor zorgde dat het kaatsen op de eerste plek bleef staan.
 
Na een jaartje Kimswerd verhuisde het echtpaar naar Baard waar Bouke en Japke uitbaters werden van de herberg.  ,,In bêste kroech, ien kear yn de fjirtjin dagen wie it ‘bal’ mei live muzyk fan The Hotspots en de Sambrinco’s’’, zo herinnerde Van Seijst zich in 2015. Met als schaduwkant dat het kind Van Seijst van nabij de ellende meemaakte die alcohol kon aanrichten. Zodanig dat hij later bereid was een uitzondering te zijn onder de kaatsers van toen. Geen alcohol, en dan is de bijnaam ‘Jopie Sinas’ gauw bedacht.


 
,,Ik bin yn in harnas grutbrocht, yn it korset fan ús mem’’, zo zei Van Seijst in 2015. Na de afronding van de HBS geen universitair vervolg voor Van Seijst. Mem Japke hield het tegen want dat zou ten koste van het kaatsen kunnen gaan. Dus de verwachtingen richting Johan als kaatser waren hoog gespannen en Johan mocht zich gelukkig prijzen dat zijn kaatstalenten groot waren. Voeg daar nog eens het grote talent van dorpsgenoot Tamme Velstra aan toe en je zou zeggen dat de Villa van de Freule in 1960 al halverwege Easterein en Easterlittens was. Hoge verwachtingen toen, bijna alles gewonnen in die aanloop naar de Freule. En dan die finale verliezen van LKC uit Leeuwarden met Henk Schaaf, Sierd van der Veer en Johannes Westra.
 
Het was vooral een tactisch verlies, zo zei Van Seijst later. ,,Tamme hie gjin kracht mear, en ik hie it doe oernimme moatten.’’ Die versie werd bevestigd door opponent Westra. ,,As Tamme opsloech stie ik achteryn en as Johan opsloech stie ik foaryn want myn maat Sierd van der Veer koe de snelle ballen fan Tamme makliker slaan.’’ 

Dat de wraak in 1962 zoet was in de finale van de Jong-Nederland-partij toen hetzelfde Leeuwarden roemloos werd afgevoerd was niet meer een dan een telkens loslatende pleister op een wond. Want door die nederlaag op de Freule liep Van Seijst het fameuze Klavertje Vier mis. Want naast de Jong-Nederland won hij in 1964 de Bond voor Baard, deed dat in 1968 en 1974 voor Franeker en in 1975 nog een keer voor Drachten. En natuurlijk PC-winst in 1968, 1969 en 1975. De laatste twee keer werd hij ook nog koning.
 
Aan die winst op de Bond in 1964 voor Baard zit nog een mooi verhaal vast. De helden in de kleuren rood van Baard: Tamme Velstra, Piet Tuinman en Johan van Seijst. Van Seijst had militaire verplichtingen in Nunspeet en mocht pas in de tweede omloop meedoen. ,,Ik wie der yn Nunspeet útpykt. Mar der wie in NOS-ploech fan Sport in Beeld dy’t de finalepartoeren filmde. Doe’t ik werom kaam moast ik fuort op rapport. De baas hie my op televyzje sjoen. Fjirtjin dagen Nieuwersluis, sa tocht ik. Mar doe’t ik by de doar kaam sei hy: ‘Gefeliciteerd met je winst, maar niet weer doen’.’’

PC-winst1969

,,Wy sloegen dy mannen der mei 6-0 ôf, it publyk joech ús in steande ovaasje. Miskien wol myn moaiste momint.’’



Als opslager zou je Van Seijst in de traditie zetten van Marten van der Leest, Rinnie Kuiper of Johannes Stavinga in zijn beste dagen. Overigens gold die toevoeging ‘in zijn beste dagen’ ook voor Van Seijst want niet zelden was hij ‘ritich’. Een kanonnier in de zestiger jaren die niet paste in het rijtje van opslagers met een geplaatste opslag zoals Rienk de Groot, Hein Zijlstra of een Hotze Schuil. Van Seijst hoorde meer in het rijtje Jarich van der Veen en Gerrit Okkinga thuis. Net als Van der Veen in zijn eerste jaren, was ook Van Seijst de koning van de platte bal.
 
,,Ik hie wol fjouwer soarten opslachballen’’, zo vertelde hij later. Dat mag dan zo zijn, maar zijn ‘ritichheid’ bleef constant een onzeker element in zijn spel. Het was niet voor niks dat de luchtige en zeker ook misplaatste grap in Franeker in 1967 na een ernstig auto-ongeluk was: ‘Miskien kinne se de hân ek rjochtsette, sadat hy wat wisser wurdt.’ Deze flauwe grap moest het ernstige leed van een frontale botsing verhullen.
 
Twee dagen na zijn verjaardag kwam hij frontaal in botsing met een Austin Cambridge. Zijn medepassagier moest de geplande trouwdag uitstellen en de drank voor het geplande feestje in de auto zorgde voor de roddel dat er alcohol in het spel was. Ten onrechte, wel waren er minstens twintig engelen die volgens hemzelf over zijn lot waakten. Een keerpunt in het leven van Van Seijst.
 
Nu was de bijnaam ‘Jopie Sinas’ inmiddels al lang achterhaald want Van Seijst voegde zich bij het gezelschap kaatsers dat de nazit in de feesttent stevig in ere hield. ,,Ik hie op it fjild in bek as in skearmes, wie ek wol wat in showmantsje. In goede baan yn de fersekering as Districtsinspecteur en dat betiden ek toane wolle yn in Audi 80GT.’’ Die mondigheid viel niet bij iedereen in goede aarde, zeker niet bij Hotze Schuil die in een interview met de Leeuwarder Courant tegen journalist Germ Beintema zegt: ‘Enkele spelers menen dat ze alles maar kunnen zeggen.’
 
Met de wijsheid van jaren later bekent Van Seijst ruiterlijk in 2015: ‘It wie de natuur, dat fûle gie bûten it hert om, je woenen de oar net yn it hert reitsje, net misledigje want nei de partij kochten je ien.’ Vijf jaar lang kaatste Van Seijst met Westra. ‘Broeders in het chagrijn binnen de lijnen, maar het toch goed kunnen vinden als ‘freonen by it ferliezen.’ Westra: ,,Ik ha faker as ien kear nei in partij myn ekskuses oanbean foar wat ik yn it fjild sein hie.’’
 
‘Dou magere spriet’, zo werd wel van Van Seijst gezegd. En dat kon ook tot hilariteit leiden. In 1968 was Tamme Velstra de maat, en als er dan gedoucht werd, zo vertelt Westra: ,,Tamme sei dan ‘Doch it roaster even foar de ôffier, ik wol net dat dy rakker fuort spielt’. Ach nee ju sei ik dan op syn Liwwarders, hy mut ommers onder de douche heen en weer springe om nat te wurden, dus dat gebeurt niet.’’
 
Droom en realiteit reikten elkaar voor Van Seijst de hand op de PC van 1975. Zelfs Schuil zei na afloop: ‘Ik hew ut nog nooit su sien’. Van Seijst kaatst die PC met Klaas van Wieren en Piet Jetze Faber in het achterperk. Faber: ‘Hy wie in echte izegryn op it fjild, in gremyt yn himsels.’ Twee dagen lang was Van Seijst voor een PC niet te genieten.
 
Maar in 1975 wist hij het zeker, ‘Dit wurdt hjoed in lange dei mannen’, zo zei bij binnenkomst in de kleedkamer. . Dat nasale stemgeluid bij een zitbal, de ultieme droom van een opslager die ze aan een touwtje had. Het overkwam Van Seijst in dat jaar. Met als hoogtepunt de halve finale tegen het favoriete trio Jarich van der Veen, Johannes Westra en Flip Soolsma. ,,Wy sloegen dy mannen der mei 6-0 ôf, it publyk joech ús in steande ovaasje. Miskien wol myn moaiste momint.’’

VanSeijstJohan 1

Altijd willen winnen, maar toch hunkeren naar de waardering van het publiek. Op schouders gedragen worden in 1968 naar de prijsuitreiking bij de winst op de Bond voor Franeker. Het is de paradox die huist in de sportman Van Seijst.
 
Voor Van Seijst was het in de persoonlijke sfeer een zegen dat hij een relationeel anker vond in Cora Stallinga. Emotioneel in 2015 als hij een verband legt tussen dat zware ongeluk van 1967 en het kinderloos blijven. De mens Van Seijst die al zijn 29 koningstitels had willen inruilen voor dat andere geluk.



Johan van Seijst was een monumentale opslager, de koning van de platte bal die vaker dan eens een opslag aankondigde met de woorden ‘Deze bal sien jimme niet eens’. Dat geldt echter niet voor de opslager Johan van Seijst die altijd zichtbaar zal blijven in de rijke traditie van de kaatshistorie.

Hoofdsponsoren

Businesspartners

Mobiliteitspartners

Suppliers